De nerts als martelaar
Een dier dat door toedoen van op winst beluste mensen ook niet kan ademen is de nerts. De nerts wordt gefokt voor het bont. Als het door de mens begeerde bont volgroeid is dan wordt de nerts om het leven gebracht, door verstikking. Verstikking is namelijk een manier waardoor het bont niet beschadigd raakt. Je kunt je afvragen waarom juist nertsenfokkerijen Coronahaarden zijn geworden, terwijl nertsen sowieso in ademnood gaan stikken? Een merkwaardige samenhang. En dat is ook weer zo’n vreemde samenhang die, als je het wilt zien, ergens op wijst.
Nertsen behoren tot de marters, samen met de hermelijnen. De marter is zwart. De hermelijn is wit. In zijn boekje “Innerlijk gesprek met een Coronawezen” beschrijft Ivar Römer heel mooi hoe Coronawezens een verbinding hebben met deze voor het bont gefokte dieren. Even een zijsprong: het Coronawezen is niet hetzelfde als het Coronavirus. Het virus is een fysiek lichaam, het wezen is iets geestelijks en manifesteert zich onder andere in of door het virus. Op bladzijde xx beschreef ik dat virussen van nature geen ziekteverwekkers zijn. Ze hebben de taak om hogere organismen te helpen met veranderen. Als je het goed wilt formuleren dan is het de taak van viruswezens om bijvoorbeeld de mens te helpen bij veranderprocessen. Hoe gaat dit in zijn werk? Virussen en hun wezen zijn heel gevoelig voor het milieu waar ze zich in bevinden. “Gevoelig” is misschien zelfs te zwak uitgedrukt. Maar alla. Door bijzondere omstandigheden; fysieke, psychische of geestelijke milieuomstandigheden, kan een virus, eigenlijk dus zijn wezen, tot een ziekte worden. Het virus wordt dan de ziektekiem en het wezen ervan wordt demonisch. Het kwaad in zo’n wezen krijgt dan de overhand. Het geestelijk niveau van deze omstandigheden in geval van Corona heb ik een stukje terug omschreven als door de mens veroorzaakte duisternis of overdadig materialisme. Door de negatief geworden omstandigheden verandert ook het Coronawezen en hierbij kan ook een rol spelen dat dit viruswezen misschien in een laboratorium (misschien het ‘Wuhanlab’) ook nog ‘onvrijwillig’ gemanipuleerd is. Maar feit is dat het Coronawezen kwaadaardig en haatdragend is geworden en dat het ook de mens als haatdragend ervaart. Tot zover het zijsprongetje. Ivar Römer laat het verduisterde Coronawezen aan het woord en het Coronawezen zegt dan tegen Ivar:
Jij haatdragend wezen dat wil kennen mij?
Ik zet mijne tanden des te dieper in gij.
Niets zal mij stoppen en enkel verdoppen,
Mijn ogen zijn enkel op moorden gericht.
Het Coronawezen spiegelt, zoals ik het zie, via de als gedicht gevormde dialoog die Ivar met het wezen heeft, de mens. Ook het Coronawezen wil van de hem onvrijwillig (door de mens) opgelegde duisternis bevrijd worden. Door liefdevolle aandacht kunnen verduisterde Coronawezens bevrijd worden. Bevrijde Coronawezens vormen, zo lees ik in het boekje van Ivar, een bond, die de Coronawezens zelf de Hermelijnenbond noemen. Heel vroeger stond de hermelijn symbool voor vrijheid, sociaal zijn, een sterke wil en helderziendheid “Vrijheid” en gelijktijdig “sociaal zijn” zijn niet toevallig precies de te ontwikkelen vaardigheden waar de Coronacrisis op het ogenblik om vraagt.
Coronawezens en de kruidengeneeskunst
Tijdens de meerdaagse dialoog die Ivar met het Coronawezen voert wordt het wezen steeds vriendelijker. Het wezen raakt langzaam bevrijd uit de duisternis, begint zich te transformeren en zegt dan:
Dank voor uw vriendelijke woorden,
Zo mild gebracht.
Mijn wezen is ook dubbel,
Maar in licht gedacht.
Het vurige, haatdragende en dodelijke ontstekingswezen transformeert door de liefdevolle benadering van Ivar in een ander vuurwezen en die verschijnt imaginatief bij Ivar als vlinder of bijig parelmoeren wezen. Deze transformatie is ook een aspect, een spiritueel én sociaal aspect, van Corona helen, want niet alleen de mensen maar ook de Coronawezens vragen om heling.
Als de transformatie is voltooid spreekt het wezen de wens uit om de mens bij te staan om met planten en bloemen te helpen genezen. Het getransformeerde Coronawezen wil ons inspireren om de kruidengeneeskunst opnieuw te ontdekken.
Inzicht ontvang ik uit dit werken.
Door hemelse Goden mij nu geleerd.
Mijn kennis van de hemelse planten …
Hun heilzame werking richt ik tot u…
In blad en stengel, bloem en vrucht,
Ben ik helpend, zoekend naar nieuw evenwicht.
Ik voelde me door de wonderlijk voor zichzelf sprekende fenomenen in het boekje van Ivar en het Coronawezen aangesproken omdat ik zelf al enige tijd naar kruiden zocht die bij Corona kunnen helpen. Deze kruiden vond ik voor een groot deel bij de Amerikaanse herborist Stephan Harrold Buhner en naast hem ook nog bij andere bronnen en natuurlijk ook op grond van mijn eigen ervaring in deze mooie kunstvorm, de kruidengeneeskunst.
*) Innerlijk gesprek met een Corona wezen, Een imaginatieve reis naar heling, Ivar Römer, 2020, Uitgeverij Adventum