Het leven begint met verwondering
Het woord “aandacht” is familie van de woorden “gedachte” en “denken”. Aandacht opbrengen is vaak lastig, vooral als je geen kind meer bent. Kinderen hebben met aandacht opbrengen, vergeleken met volwassenen, geen moeite. Volwassenen weten-alles-al en omdat ze alles-al-weten (tenminste, dat denken ze…) leren ze af om aandacht op te brengen. Kinderen hebben het veel gemakkelijker want “het-willen-weten”, de verwondering voor het nieuwe om hen heen, het doormaken van wat de “vraagfase” genoemd wordt, treedt bij het kind van nature op. Een kind hoeft er eigenlijk niets voor te doen. Volwassenen moeten aandacht in de regel willen opbrengen, anders lukt het niet. Bij een volwassene moet zoiets meestal door een bewuste wil gebeuren. Vaak zijn volwassenen zich er helemaal niet bewust van dat ‘aandacht opbrengen’ niet vanzelf gaat. Dit bewustzijn moet eerst ontstaan, als je ‘het aandacht opbrengen’ wilt scholen.
Verstrengelde bewustzijnsbewegingen
Aandacht opbrengen kun je splitsen in denken en waarnemen. Door waarnemen haal je iets naar binnen, het waargenomene. Door het denken probeer je het waargenomene te plaatsen, of liever gezegd, te begrijpen. Het denken brengt het begrip voort en gaat naar buiten, naar het waargenomene toe. Deze twee bewustzijnsbewegingen, waarnemen en denken, zijn tegenovergesteld. De een gaat bij je naar binnen en de ander naar buiten. Daarom kun je het een vorm van ademen noemen. Waarneming en begrip versmelten.
Deze vorm van ademen kan gespiritualiseerd worden. En dat kan in vrijheid, dus zonder dat je ergens in hoeft te geloven of een aanhanger van iets hoeft te worden.
Maar wat is dat eigenlijk, ademhalen met je bewustzijn? Het is geen adembeweging die je met je longen maakt, maar met je bewustzijn. We kunnen deze bewustzijnsbeweging leren kennen en systematisch, oefenend, gaan verdiepen. Het lijkt op gewone yoga, waarbij je de long-ademhaling verdiept. Beide bewustzijnsbewegingen, dus de ingaande en de uitgaande beweging, verlopen zo goed als synchroon en kruizen elkaar, vanaf het moment dat ze ingezet worden.
De beweging naar binnen, het inademen, is het waarnemen. Waarnemen verloopt altijd via de zintuigen. De zintuigen geven je indrukken zoals kleuren, geuren, klanken, smaken, warmte, beweging en zo voort. Minder bekende zinnen of zintuigen zijn de warmtezin, tastzin, evenwichtszin, levenszin en bewegingszin. Ook deze zintuigen geven je indrukken. Indrukken van de toestand van je fysieke lichaam. Maar ook deze waarnemingsindrukken komen ten opzichte van de kern van het bewustzijn, van buiten. Ten opzichte van het Ik, het ‘geestesoog’, is ook dat wat je waarneemt aan het eigen lichaam een buitengebied.
De eerste stap om deze cognitieve ademhaling te gaan verdiepen, is door ze te leren kennen.
De waarnemingsbeweging heeft een verloop en in dat verloop kun je vier fasen onderscheiden.
Een zintuig kan (1) slapen. Op het moment dat er een zintuigelijke prikkel is of (en dat is dan van de andere kant) de aandacht zich begint te richten, worden tegelijkertijd één of meerdere zintuigen actief, ze worden zeg maar (2) wakker. Dan komt de fase waarin dat wat als waarneming van buiten komt, bijvoorbeeld een kleurindruk, zich probeert te verbinden met dat wat van binnen komt, het begrip, dat wordt voortgebracht door het denken. Wat waargenomen wordt (3) begint zich nu te vormen. En wanneer het daadwerkelijk (4) gevormd is, komt het tot bewustzijn. Je herkent de groene kleurindruk bijvoorbeeld als een appel. Jij, als denkend en waarnemend wezen, en de appel in de buitenwereld zijn nu bij elkaar gekomen, zijn als het ware één geworden.
Synchroon verloopt de bewustzijnsbeweging naar buiten, het denken. In het verloop daarvan kun je ook vier fasen onderscheiden. Denken begint met (1) dat je iets wil, een wilsimpuls, je wilt iets doen of leren kennen. De volgende stap is het (2) richten van de denkbeweging. Je richt je aandacht op wat je wil leren kennen. Vervolgens (3) observeer je dat. En in dat observeren (4) vorm je een beeld, oftewel een voorstelling.
De voorstelling is de begrepen samenhang van alle indrukken die via de zintuigen zijn gekomen. Door het denken verbinden deze losse indrukken zich tot een geheel. Het cirkeltje is nu rond want dit geheel is nu van jou, jouw persoonlijke bezit geworden, zit binnenin je en kun je dus later ook weer herinneren.
In de regel vertelt iemand je hoe dit in z'n werk gaat, het samensmelten van waarneming en begrip, op de universiteit niet en ook in het basisonderwijs niet. Zelfs in de boekhandel kun je hier weinig over vinden, in het Nederlands al helemaal niet. Het is misschien wel het grootste taboe wat we gemeenschappelijk hebben. Inzicht hebben in hoe het bewustzijn werkt is een gemeenschappelijke blokkade in onze zielen. Het is de hoofdziekteoorzaak binnen onze huidige samenleving.
De ontmoeting van beide bewustzijnsbewegingen, waarnemen en denken, is het in elkaar vlechten van dat wat van buiten komt, bijvoorbeeld een kleurindruk, met dat wat van binnen komt, het begrip van de kleur. Jouw oog ontvangt een indruk, jij voegt er vanuit je denken het begrip er aan toe en zegt dan “dat is rood”.
Je kunt bij jezelf bemerken dat het vervlechten heel snel kan gaan, vooral bij dingen die je eigenlijk al heel goed kent. Het vervlechten verloopt dan binnen een fractie van een seconde en zo goed als onbewust. Het vervlechten kan ook langzaam gaan, vooral bij dingen die je nog niet zo goed kent. Denk aan kinderen die alle dingen nog moeten leren kennen. Als je nieuwe dingen wilt leren kennen moet je eigenlijk als een kind zijn. Maar omdat je geen kind meer bent merk je dat er van buitenaf een prikkel en van binnenuit een wilsinspanning nodig is om de ontmoeting tussen buiten en binnen te doen slagen.
Verdieping van de verstrengelde bewustzijns-ademhaling, dus dieper cognitief ademhalen is de nieuwe Yoga van deze tijd, westerse Yoga, waarmee het dualisme van Ik en Wereld kan worden overwonnen. Verdiepen van de adembeweging met de fysieke longen leer je in de klassieke oosterse Yoga. Verdiepen van de adembeweging vanuit het bewustzijn kun je niet alleen westerse Yoga noemen, maar dus ook cognitieve- of bewustzijns Yoga.
De klassieke oosterse Yoga is al eeuwen oud, de westerse cognitieve Yoga is nieuw. Opleidingen of scholen voor oosters georiënteerde Yoga zijn er (juist tegenwoordig) heel veel, maar voor cognitieve Yoga, voor zover ik weet, nog niet. Misschien dat door de Corona-crisis een maatschappelijke behoefte of impuls ontstaat om deze nieuwe Yoga te gaan ontwikkelen.
Ontvangen en voortbrengen
De bewustzijnsbeweging naar binnen, via de zintuigen, gaat altijd vanzelf. Je hoeft er niets voor te doen. Wat je ziet of hoort komt bij je binnen als iets wat kant en klaar is. Je ontvangt het. De beweging naar buiten, het denken, is iets wat je actief moet voortbrengen. Dat is zeker zo als het om nieuwe waarnemingen gaat, dus als het om dingen gaat die je nog niet kent.
Hoe meer aandacht je kunt geven, hoe beter wordt begrepen wat via de zintuigen binnen komt. Als je oppervlakkig aandacht geeft dan kan de begripsvorming, het inzicht dat je krijgt, ook maar beperkt zijn. Je ziet dan ook minder. Voorbeeld: iemand die veel weet over planten, die ziet in één oogopslag wat er allemaal in een tuin groeit. Iemand met geen plantenkennis ziet gewoon een tuin, maar dat is dan ook alles wat gezien wordt. M.a.w., ‘scherpe ogen hebben’ is niet de enige voorwaarde om goed te kunnen zien. Ook aandacht hebben en kunnen begrijpen zijn voorwaarden om goed te kunnen zien. Dit geldt ook voor de andere zintuigen.
Het begrijpen van iets, het begrip dus, dat komt niet met de waarneming mee. Zintuigen leveren geen begrippen af. Als je naar iets nieuws kijkt dan begrijp je het nog niet (en zie het je het dus eigenlijk nog niet). Het begrip komt uit jezelf. Het oog ziet daarbuiten kleuren, het oog ziet bijvoorbeeld op een gegeven moment en in een bepaalde situatie rood en groen in allerlei schakeringen. Door de begrijpende beweging die van binnenuit komt, vanuit het bewuste Ik, zie je dat je naar een bos rode tulpen kijkt. Door de beweging die van binnenuit komt kun je via het oog ook de ruimte waar de bos rode tulpen zich in bevindt, begrijpen en ‘invullen’. Het groen van de bladeren en steel zit onder, het rood van de bloeiwijze zit boven. ‘Bladeren’, ‘steel’ en ‘bloeiwijze’ zitten ‘onder’ en ‘boven’. ‘Onder’ en ‘boven’ zijn begrippen die door de het begrijpen, oftewel het denken worden toegevoegd aan wat het oog ziet, gewaarwordt of waarneemt. Het toevoegen van het begrip aan de waarneming vindt plaats in de versmelting van de twee kruisende bewustzijnsbewegingen, het begrijpende denken en de zintuigelijke waarneming.
Passief en actief.
Om de buitenwereld via de waarneming binnen te laten komen, moet je passief zijn. Aandacht geven, begrijpen of denken moet je daarentegen zelf actief voortbrengen. In dat actieve voortbrengen kun je vervolgens weer onderscheid maken tussen de daad van het voortbrengen en de inhoud van het voortbrengen. Je kunt dit ook de denkdaad en de denkinhoud noemen. Je brengt actief vanuit jezelf, vanuit je geestelijke kern, begrippen voort en deze begrippen blijken dan, wat heel wonderlijk is, een inhoud te hebben die precies bij de waarneming past. Als je dit goed formuleert dan moet je eigenlijk zeggen dat het denken, de denkdaad, inhoud weet te geven aan dat wat via de zintuigen binnen komt. Als je je eigen bewustzijnsproces zelden of nooit observeert dan lijkt het zo te zijn dat de begrijpende inhoud gewoon meekomt met de zintuigindrukken. Maar uit onbevangen naar jezelf kijken (zelfobservatie) blijkt gewoon dat dit niet zo is.
Vrijheid in het denken
Bijzonder is dat wat je zelf voortbrengt, het begrip, qua inhoud niet zelf kunt beïnvloeden. Je kunt, om het voorbeeld van hierboven te nemen, de bos rode tulpen bekijken. Je geeft er aandacht aan. Op de inhoud van de begrippen die je zelf schept, heb je geen enkele invloed, terwijl je ze toch zelf schept. Maar ook op zintuigindrukken die als kant en klare indrukken van uit de buitenwereld komen heb je geen invloed. Dus wat betreft de inhoud van deze twee stromen ben je onvrij. Het enige waar je invloed op hebt is de daad, het feit dat je aandacht geeft aan dat wat van buiten komt en dat wat van binnen komt en dat je beide stromen (waarneming en begrip) met elkaar verbindt. Dit is het enige waar je werkelijk vrij in bent, in het tot stand brengen en verbinden van beide bewegingen. Conclusie: alleen in het midden, waar de bewustzijnsbewegingen elkaar kruisen, ben je vrij. De waarnemingsindrukken en de begripsinhoud zijn het objectieve deel van het kennen. Het verbinden van beide is het subjectieve deel. De kleur van iets (= waarnemingsinhoud) en dat dat iets een tulp is (= begripsinhoud), daar is geen keuze in mogelijk. Maar je kunt er wel voor kiezen of je hier aandacht aan geeft.
Subjectief of objectief?
Dit is een belangrijke nuancering van wat we in het algemeen als geestelijke vrijheid begrijpen. Als je een rode tulp goed bekijkt, bijvoorbeeld toen je jong was in de biologieles, dan ontdek je tussen de zes rode bloembladeren de voortplantingsorganen. Deze voortplantingsorganen worden stamper en meeldraden genoemd. Je ziet bij de tulp één vrouwelijke stamper en zes mannelijke meeldraden daar omheen. Dit is een wetmatigheid die voor alle tulpen geldt. Deze wetmatigheid breng je in het denken voort door aandacht aan de tulp te schenken. Dat doe je helemaal zelf. Dat een biologieleraar je hierop wijst doet er niets aan af, dat je de wetmatigheid zelf voortbrengt en begrijpt. Deze wetmatigheid die je zelf voortbrengt, kun je niet veranderen. Het hoort bij het wezen van de tulp, net als de kleuren.
Het wezen van de tulp spreekt van de ene kant tot je via de zintuigen, bijvoorbeeld via de kleuren. En aan de andere kant spreekt het wezen van de tulp tot jouw via de zelf voortgebrachte begrippen. In jouw bewustzijn, precies in het midden, versmelten deze twee stromen zich tot een nieuwe werkelijkheid die objectief en subjectief tegelijk is. Deze werkelijkheid is objectief omdat de algemene wereld er in spreekt via waarneming én begrip, deze werkelijkheid is subjectief omdat jij het begrip hebt voortgebracht en beide hebt verbonden tot iets dat jouw werkelijkheid is geworden[iv].
Aandacht opbrengen is geen religie
Het weten van deze versmelting berust niet op geloof, maar is toch religieus. ‘Religie’ komt van het Latijnse ‘religere’ en dat betekent letterlijk ‘opnieuw een legering maken’ ofwel ‘her-verbinden’ en dat doe je op zo’n moment. Deze religie, ‘versmelting’ is een minder beladen woord, vindt plaats op het moment dat je werkelijk aandacht opbrengt voor ‘het andere’. Het maken van deze verbinding is niet alleen ‘heilig’, maar ook ‘heling’, zowel letterlijk als figuurlijk. Religie is op deze manier geen geloof meer, maar een helende wetenschap, een wetenschap die opnieuw verbindt.
‘Aandacht schenken’ en op grond daarvan ‘verbinden’, zoals hierboven bedoeld, mag dan wel geen geloof zijn, maar ligt wel ten grondslag aan alle religies en alle geloven ter wereld, alle kunsten en ook aan iedere vorm van wetenschap, zowel geesteswetenschap als gangbare natuurwetenschap.
Het uitzonderlijke van de laatste, de natuurwetenschap, is dat zij haar eigen grondslag, ‘tot kennis komen door waarneming en begrip met elkaar te verbinden’, ontkent, omdat ze daarvoor geen bewijs kan vinden. Het bewijs zou de moderne natuurwetenschap alleen kunnen vinden als ze naar zichzelf zou kijken, als ze zichzelf zou gaan observeren, maar dat doet ze niet, ze verbiedt het zichzelf omdat alleen (hoedanigheden van) objecten waar kunnen zijn en het subject (de waarnemende en voelende mens) zacht uitgedrukt een onbetrouwbare factor in het geheel is. De mens is slechts bestudeerbaar als je er een object van maakt. Naar jezelf kijken past niet binnen dit plaatje. De wetenschap neemt het liefst waar via meetapparatuur waarbij alles het liefst in getallen uitgedrukt moet kunnen worden. Naar zichzelf kijken is voor de gangbare wetenschappers voorlopig nog ‘a bridge too far’.
Het wezen of principe dat alles verbindt en waar de natuurwetenschap geen bewijs voor kan vinden, is, zoals het eeuwen geleden genoemd werd, de Logos. “Logos” is een oud en in ongebruik geraakt woord dat uit de gnosis (Grieks woord voor “kennis’) komt. Van Logos is het begrip ‘logisch’ afgeleid. Als een samenhang van feiten door iedereen erkend kan worden, als iets evident is, dan noemen we dat ‘logisch’.
‘Logos’ betekent letterlijk ‘woord’. Het ‘woord’ in deze betekenis, ligt, o.a. volgens de gnosis, ten grondslag aan alle dingen en wezens in de wereld. Dit was niet alleen bekend in de gnostiek, maar bijvoorbeeld ook bij de apostel Johannes. Hij schreef het meest diepzinnige evangelie uit het Nieuwe Testament, het Johannesevangelie. Daar staat, in de allereerste regel: “In den beginne was het Woord”. Uit het Woord of de Logos ontstaat niet alleen “alles wat er is” maar het is ook het principe dat alles met elkaar verbindt. Het woord of de Logos, logica, leeft ook in ieder mens, niemand uitgezonderd. Leven met de logos, logica hebben, het kunnen denken, is meest gemeenschappelijke wat we als mensen met elkaar hebben. Het is, nog weer anders gezegd, het meest sociale wat er überhaupt bestaat.
De Logos verbindt ons niet alleen met elkaar, het is ook het beginsel waardoor wij alles met elkaar in verbinding kunnen zien en kunnen begrijpen. Dankzij dit principe kunnen we inzien dat alles met alles samenhangt.
De Zon
Deze samenhang in haar aller grootste verschijningsvorm is de Kosmos. Het centrum van deze tot in de kleinste delen samenhangende samenhang, de Kosmos, is voor ons de Zon. En het Zonnewezen (het geestelijk wezen van de zon) is door alle ingewijden en door alle mystieke en religieuze tradities, als dit centrum herkent. Ook Johannes de Evangelist zag dit wezen als het centrum van alles. Hij noemde dit wezen geen Zonnewezen of Logos, maar zoals al gezegd, het Woord. Door het Woord kunnen wij volgens Johannes denken en de wereld begrijpen. Door het Woord begrijpen wij elkaar.
Het hoogste wezen dat de zon bewoonde (alias het Zonnewezen, Logos of Het Woord) heeft een eenmalige incarnatie als mens gehad. Vlak voordat dit wezen aan het kruis stierf heeft hij als mens het moment van diepste eenzaamheid en duisternis beleeft. Dit lijkt op het moment vlak voordat mensen sterven door Corona als ziekte. Het lijkt ook op de toestand waar veel gevaccineerde gestorvene in verkeren. Dood gaan aan Corona of dood zijn als Corona-gevaccineerde is (niet altijd maar wel meestal) ook een moment van diepe duisternis en diepste eenzaamheid.
De Zon is de planeet die het alles verbindende woordwezen herbergde vóór het op aarde incarneerde. De stralenkrans om de zon is de normaal gesproken onzichtbare corona die we van foto’s kennen gemaakt met telescopen bij zonsverduisteringen. “Corona” als ziekte kennen we pas sinds 2020. Corona als ziekte maakt zichtbaar dat we ‘het alles verbindende woordwezen’ in de wereld nauwelijks meer zien en nauwelijks nog begrijpen. Hierdoor lukt het ook steeds minder om het sociale organisme gezond te houden. En als we niet meer sociaal kunnen zijn, ademen we niet meer goed en verstikken we als gemeenschap langzaam. Dit wezen dat we niet meer zien en begrijpen bewoonde ooit de zon en heeft zich nu, sinds zijn kruisdood verbonden met moeder Aarde. Sinds die tijd heet hij de Gekruisigde of Christus, wat allebei hetzelfde betekent *)
Globalisering
We kunnen niet meer vrijuit ademen omdat we de verbinding met het ‘gemeenschapswezen’ zijn verloren. Waarom overkomt ons dit nu? Het antwoord hierop is op veel manieren te vinden en te begrijpen. Eén van deze manieren, en dat is verreweg in de ogen van velen één van de meest ongeloof-wekkende manieren, is door in ogenschouw te nemen dat de aardse samenleving in de afgelopen decennia sterk aan het ‘globaliseren’ is. Wat is globaliseren? Globaliseren is dat afzonderlijke landen, afzonderlijke volkeren, afzonderlijke regeringen, afzonderlijke culturen, afzonderlijke religies, afzonderlijke wereldbeschouwingen en afzonderlijke wetenschappen en zeker ook de afzonderlijke wereldleiders, op het ogenblik in hoog tempo hun leiderschap en verbindende kracht verliezen. Deze afzonderlijke instituties passen steeds minder in deze tijd. Ze zijn in hoog tempo aan het vervallen. Er moet iets nieuws voor in de plaats komen. De logische vraag is: wat moet er voor in de plaats komen? Daar zijn wel ideeën over. Er wordt bijvoorbeeld al een tijdje gespeculeerd over het oprichten van een soort wereldregering. Er zijn twee groepen die daarover speculeren, de globalisten en de anti-globalisten. Anti-globalisten zijn meestal jonge mensen die protesteren tegen wat zijzelf o.a. de Nieuwe Wereldorde noemen. Ze willen niet dat deze Nieuwe Wereldorde hun de vrijheid uit handen gaat nemen, de aarde nog verder uitbuit en alles van bovenaf gaat bepalen. Toevallig of niet, door de corona-crisis hoor je nu nog maar weinig van deze wereldwijde anti-globalisten-beweging.
De andere groep, de pro-globalisten, vindt je in geheel andere kringen, dat zijn bijvoorbeeld de CEO’s van multinationale tech- en databedrijven, mondiaal opererende oliemaatschappijen en farmaceutische industrieën, topfunctionarissen van de VN en WHO en niet te vergeten de allerrijkste mensen der aarde, de zg. 1% of wereldelite. Deze pro-globalisten willen graag een globaal bestuur, een soort wereldregering. De coronacrisis speelt de ontwikkeling, die deze globalisten graag willen, namelijk het instellen van een soort wereldregering, op veel manieren enorm in de kaart. De Coronacrisis lijkt zelfs door pro-globalisten gepland en voorbereid te zijn*). De kans dat hun wens bewaarheid wordt, is vanaf begin 2020 enorm toegenomen. Deze bovennationaal opererende wereldoverheid, of hoe je deze alles-overkoepelende wereldorganisatie wil noemen, gaat zijn bestaansrecht ontlenen aan de omstandigheid dat de wereldbevolking op het ogenblik, naast alle andere problemen, vrij hulpeloos aan Corona lijdt en bij de leidende organisaties hier op aarde om hulp vraagt. De diepere oorzaak van deze lijdensweg is echter dat de wereldbevolking ‘het-alles-verbindende-wezen’ niet meer kan zien en niet meer kan begrijpen.
(anti-) Christus
Anders gezegd, als de Logos de afzonderlijke mensen en volkeren niet meer tot gemeenschap kan brengen dan zal de (steeds sterker op de voorgrond tredende) wereldregering dat gaan doen. Dit zal ten koste gaan van het menselijke, want deze wereldregering staat dan nog verder af van ons af dan dat de nationale regeringen dat nu al doen. We zullen gedwongen worden de geboden steun te accepteren, zoals we nu al in meerdere landen gedwongen worden de vaccinaties te accepteren. Door de vaccinaties gaan de mensen al het geestelijke afwijzen. Dit zal de wereldregering nog meer macht geven. In een beginnend stadium is dit al realiteit. Het is geen complottheorie, het is bizar.
Natuurlijk is er een alternatief (want dat is er altijd) voor een ‘wereldregering’, en dat alternatief is ook ‘iets globaals’, dus eigenlijk heel erg pro-globalistisch. Juist door Corona kunnen we zien, zowel in het ziektebeeld, de vaccinaties als in de zinnebeelden, wat dit alternatief is. Het alternatief is, zoals ik het nu even verwoord, aandacht op te brengen voor dat wat verbindt. De essentie van verbinden leeft in, of liever gezegd, is, het zogenaamde Zonnewezen, alias de Logos, Het Woord of de Christus. De Logos is, en dat staat ook te lezen in de eerste strofe van het Johannesevangelie, “dat wat de duisternis niet begrepen heeft.” Misschien moeten we niet langer in deze duisternis blijven en proberen om ons licht te laten schijnen op de essentie van verbinden in het eigen bewustzijnsproces. Want dat is de plek waar we op een vrije, veilige en wetenschappelijke manier dit hoger wezen kunnen leren kennen, eigenlijk waar we ons eigen hoger Zelf kunnen leren kennen. Dit is ook de plek waar het licht schijnt dat ik bedoelde toen ik er in de inleiding over sprak dat de tijd is aangebroken dat het eigenlijk weer lichter zou moeten worden. De Corona-crisis is één van die donkere wolken die er voor willen schuiven en dat helaas ook best wel doet. Ik heb geprobeerd, ook voor mezelf, om een weg te vinden naar deze lichtere plek, wetende dat er vele wegen naar deze plek leiden, zoveel wegen als er mensen zijn.
Politiek gezien gaat het leren kennen van eigen bewustzijnsproces er toe leiden dat beslissingen niet meer van bovenaf worden genomen, maar juist van onderaf. Individuen zullen steeds meer zelf verantwoordelijkheid willen nemen voor wat ze doen en zullen elkaar en de aarde veel beter begrijpen dan nu het geval is. Dit is een harmonisch en in de tijd passende gezonde ontwikkeling van het sociale organisme.
*) Literatuur:
Paul Schreyer, “Kroniek van een aangekondigde crisis” ondertitel: “Hoe een virus onze wereld kon veranderen”. Uitgeverij Nearchus, 2021.
Grenzen der Naturerkenntnis und ihre Überwindung, Rudolf Steiner, 1981, Uitgeverij G.A. Balastèr und H. Huber, blz 124 e.v.
Cognitive Yoga, Making Yourself a New Etheric Body and Individuality, Yeshayahu (Jesaiah) Ben-Aharon, 2016, Uitgeverij Temple Lodge
Goethes universal-ästhetischer Impuls, Die Vereinigung der platonischen und aristotelischen Geistesströmung, Herbert Witzenmann, 1987, Uitgeverij Gideon Spicker, blz 122, e.v.
Intuition und Beobachtung 1, Das Erfassen des Geistes im Erleben des Denkens, Herbert Witzenmann, 1977, Uitgeverij Freies Geistesleben, blz 73 e.v.
Het Vijfde Evangelie, Het leven van Jezus van Nazareth, Rudolf Steiner, 2012, Uitgeverij Pentagon
Invasive Plant Medicine. the Ecological Benefits and Healing Abilities of Invasives, Timothy Lee Scott, 2010, Uitgeverij Healing Arts Press, blaz. 222